JE PAARD RECHT MAKEN (mijn visie)

Er blijkt geen definitie te zijn voor rechtrichten. Toch heeft iedereen wel een bepaald idee over wat het rechtrichten van je paard zou kunnen zijn.

In het rechtrichten is het zo dat we het paard zo recht mogelijk willen hebben. Geen enkel paard is volledig recht, want net als mensen hebben paarden altijd een voorkeurskant en dus een voorkeurscheefheid. In mijn optiek is rechtrichten je paard zo recht mogelijk trainen met zo min mogelijk compensaties. Maar WAT is het dan dat je rechtricht? Ja, je paard. Maar WAT van het paard richt je dan recht?

Het gaat in mijn optiek hierbij met name om de wervelkolom.
Een wervelkolom kan in verschillende richtingen bewegingen. Deze richtingen zijn:
- Buigen en strekken
- Rotaties links en rechts
- Lateroflexie (zijdelingse buiging) links en rechts
- In- en uitschuiven van de wervelkolom
- En in de regio van de eerste halswervels heb je ‘ja knikken’ en ‘nee schudden’

Is de wervelkolom van het paard recht, dan is je paard in principe recht. Met 'recht' bedoel ik dan: volgens de anatomische curve van de wervelkolom, een wervelkolom van het paard heeft anatomisch gezien een lichte curve in de richting van hol/bol oftewel lordose/kyphose. Met recht bedoel ik dus niet recht zoals een plank, maar wel recht in de zin dat het het meest bij de anatomie van de wervelkolom past als het gaat om hol/bol. Om de wervelkolom van een paard recht te kunnen maken moet het genoeg souplesse hebben en in alle richtingen voldoende kunnen bewegen om überhaupt de mogelijkheid te hebben om recht te kunnen worden. Vandaar dat rechtrichten ook vaak geassocieerd wordt met veel buigingsoefeningen zoals de lateroflexie.
Bij de 4DD trainingsmethode ga je de wervelkolom al recht maken als je o.a. kijkt naar het verticale evenwicht. Een paard wat het gewicht meer op bijvoorbeeld de linker schouder heeft, zoals de meeste rechtsgebogen paarden hebben, dan zakt de wervelkolom (met name de schoftregio) meer richting het linker schouderblad. De wervelkolom maakt dan een rotatie naar rechts en een lateroflexie naar rechts toe samen met een lichte extensie van de CTO regio. Herstel je het verticale evenwicht, dan ben je dus al aan het rechtrichten omdat je de wervelkolom rechter maakt.

Maar waarom kijken we bij het reguliere rechtrichten alleen naar de links/rechts scheefheid, en niet naar de buiging/strekking (bol/hol) scheefheid? Een paard, zoals in mijn eerdere post die ik gister geplaatst heb (zie foto 1), maakt ook kronkels in het buigen/strekken van de wervelkolom waardoor er op bepaalde punten in de wervelkolom meer druk komt te staan. Is rechtrichten niet ook in deze richting de wervelkolom rechter en dus LANGER maken? In die zin is de wervelkolom vergelijkbaar met een elastiekje. Verkort je de elastiek dan komen er veel kronkels in. Maak je de elastiek lang, dan worden de kronkels minder. Verkort je de wervelkolom via de hals, zoals op foto 1 van gister, dan krijg je dus meer kronkels, zowel in het buigen/strekken maar ook in de lateroflexie en in de rotaties krijg je meer kronkels.

Een veelal gehoorde fabel die ik dan te horen krijg is: “Ja, maar het paard loopt helemaal uit elkaar”. Ik denk dan: “JAAAA, gelukkig!!” Ik zie een paard wat niet letterlijk ‘in elkaar’ wordt getraind en wat nu wel volledig op eigen benen loopt en de wervelkolom recht heeft. Het doel van mijn training is een paard wat een stabiele romp heeft (oftewel corestability) maar met behoud van de lengte van met name de halswervelkolom. Waarom? Om de wervelkolom zo recht mogelijk de trainen volgens de natuurlijke anatomische hol/bol curve van de wervelkolom van het paard.

Samengevat: een paard wat op LENGTE getraind wordt, heeft de wervelkolom in een neutralere stand dan een paard wat kort gereden wordt. Dit geldt in mijn optiek voor ALLE richtingen van de wervelkolom.

Zie ook mijn post op facebook: